-
1 gewag maken van
menshoná, mensioná, mentaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > gewag maken van
-
2 menshoná
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > menshoná
-
3 mensioná
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > mensioná
-
4 menta
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v] -
5 menshoná
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v] -
6 mensioná
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v] -
7 menta
gewag maken van [v], noemen [v], vermelden [v] -
8 état
état [eetaa]〈m.〉2 staat ⇒ lijst, register3 stand ⇒ status, positie♦voorbeelden:état d'âme • gemoedstoestandétat d'esprit • geestesgesteldheidétat de fait • feitelijke situatiel'état de la maison • de staat waarin het huis verkeertétat de santé • gezondheidstoestandétat de siège • staat van belegétat actuel de la science • huidige stand van de wetenschapl'état général • de algehele toestandson état général • zijn algehele gesteldheidla réalité à l'état brut • de naakte werkelijkheiddans cet état de choses • in die omstandighedenêtre dans l'état de nature • naakt zijnêtre dans tous ses états • in alle staten zijnêtre dans un état second • in een droomtoestand verkerenêtre en état de • in staat zijn omen état de guerre • in staat van oorlogen bon état • in goede staatmettre en état • gereedmakenremettre en état • herstellenlaisser en l'état • in de oude staat latenun appareil en état • een apparaat in goede staaten état d'ivresse • in staat van dronkenschapen tout état de cause • in ieder gevalêtre hors d' état de • niet in staat zijn ommettre qn. hors d' état de nuire • iemand onschadelijk makenétat de service • staat van dienstétat civil • burgerlijke standprocéder à un état de l'inventaire • inventaris opmakenil est avocat de son état • hij is van beroep advocaatfaire état de • zich baseren op, melding, gewag maken van1. m1) staat, toestand2) staat, lijst, overzicht3) stand, status, positie2. mstaat, rijk -
9 mention
mention [mãsjõ]〈v.〉1 vermelding ⇒ gewag, aantekening♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 être reçu à un examen avec mention honorable, très honorable • 〈 met de vermelding〉met genoegen, cum laude slagenrayer, biffer les mentions inutiles • doorhalen wat niet verlangd wordt, van toepassing isfaire mention de • gewag maken vanf -
10 signaler
signaler [sienjaalee]1 aankondigen ⇒ aanduiden, aangeven♦voorbeelden:1 zich onderscheiden ⇒ uitmunten, opvallenv1) aankondigen, aangeven2) wijzen (op)3) (ver)melden -
11 упоминать
vgener. vermelden, aanstippen, gewag maken (van-î), gewagen, noemen, reppen (over, van -î) -
12 mention
n. vermelding--------v. vermelden; doen herinneren; een hint gevenmention1[ mensjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:make mention of • vermelden————————mention2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 did I hear my name mentioned? • hoorde ik mijn naam noemen?not to mention • om (nog maar) niet te spreken van -
13 mentionner
-
14 faire mention de
faire mention de -
15 faire état de
faire état dezich baseren op, melding, gewag maken van -
16 nämna
1) naamwoord2) benaming3) gewag maken van4) naam -
17 omnämna
1) vermelden2) noemen3) gewag maken van -
18 omtala
1) gewag maken van2) vermelden -
19 erwähnen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский